uitstoot

uitstoot

Werkprocessen & stofontwikkeling

Emissies tijdens lassen en snijden

Emissies tijdens lasersnijden

Lasersnijden, ook bekend als laserstraalsnijden, is een thermisch snijproces voor plaatvormig materiaal (meestal metalen platen, maar ook houten panelen en organische materialen) en 3-dimensionale lichamen (bijvoorbeeld buizen of profielen) met behulp van een laser. Het proces wordt gebruikt waar complexe contouren (twee- of driedimensionaal), nauwkeurige, snelle bewerking (meestal 10 m/min, maar ook tot meer dan 100 m/min), de productie van driedimensionale openingen (zelfs op moeilijk bereikbare plaatsen) en/of contactloze, vrijwel krachtloze bewerking vereist zijn. Vergeleken met alternatieve processen zoals ponsen, kan lasersnijden al voordelig gebruikt worden voor zeer kleine batchgroottes. Om de voordelen van lasersnijden te combineren met die van knabbelen en ponsen, bieden fabrikanten ook gecombineerde machines die zowel bewerkingen met de ponskop als lasersnijden van willekeurige contouren mogelijk maken. Er worden gefocuste lasers met een hoog vermogen gebruikt, meestal CO2 lasers (een gaslaser) of in toenemende mate Nd:YAG lasers (lasers met een vast lichaam), evenals de efficiëntere, gemakkelijk te focussen vezellasers.

Emissies tijdens plasmasnijden

Plasmasnijders snijden metalen met behulp van een plasma dat wordt gegenereerd door een elektrische boog. Handbediende of machinegeleide plasmasnijders worden gebruikt bij metaalbewerking. Afhankelijk van de stroomsterkte kunnen elektrisch geleidende materialen met een werkstukdikte tot 200 mm gesneden worden. Gangbare handmatige plasmasystemen hebben een stroomsterkte tot 120 ampère, terwijl de stroomsterkte van de krachtigere machinegestuurde plasmasnijsystemen tot tien keer deze waarde kan oplopen. Conventionele systemen werken op ongeveer 300 ampère en kunnen daarom door 70 mm zwarte plaat snijden. In de hedendaagse plasmatechnologie wordt onderscheid gemaakt tussen conventioneel plasmasnijden en precisieplasmasnijden. Bij precisieplasmasnijden zijn de criteria braamvrije snijlijnen, hoekigheid van de snede of een metaalachtig glanzend oppervlak. Er wordt technisch gas gebruikt in plaats van perslucht om een betere snijkwaliteit te bereiken, die de kwaliteit van lasersnijden benadert. De belangrijkste voordelen van CNC-plasmasnijsystemen ten opzichte van autogeensnijden zijn de ongeveer vier keer hogere snijsnelheid en de lagere warmtevervorming door de hoge energiedichtheid. Bovendien kunnen plasmasnijders praktisch alle metalen snijden, terwijl autogeen snijden grotendeels beperkt is tot constructiestaal.

Emissies tijdens autogeen snijden (lasrook)

Las-, snij- en aanverwante werkprocessen genereren gasvormige en deeltjesvormige stoffen (gassen, rook, stof) die, afhankelijk van hun samenstelling, concentratie en duur van blootstelling, de gezondheid van werknemers in gevaar brengen (verontreinigende stoffen). Het bepalen van de concentratie en potentie van dominante verontreinigende stoffen (= loodcomponenten) is een eerste vereiste voor het beoordelen van de respectieve werkomstandigheden, voor het bepalen en implementeren van de nodige maatregelen en dus voor een succesvolle preventieve gezondheidszorg als geheel.

Emissies tijdens schuren (schuurstof)

Het themagebied “Slijpen, borstelen, slijpgereedschap” behandelt alle gezondheids- en veiligheidskwesties op het werk met betrekking tot slijp-, borstel- en polijstmachines, voornamelijk voor metaalbewerking, en de bijbehorende gereedschappen. Het spectrum van machines varieert van handmachines (bijv. haakse slijpmachines) tot eenvoudige stationaire machines (bijv. werkbankslijpmachines, slinger- en bandslijpmachines) en technisch geavanceerde meerassige CNC-machines. De gereedschappen omvatten slijp-, borstel- en polijstgereedschappen, in het bijzonder gebonden slijpgereedschappen, slijpgereedschappen met diamant of boornitride en gecoate slijpmiddelen. Gevaren door materialen en stoffen in de vorm van emissies van slijpstof bij droog slijpen of emissies van dampen van koelsmeermiddelen en aërosolen bij nat slijpen.

Emissies tijdens het stralen

Stralen met glasparels bereikt een lichte plastische vervorming, die een gewenste restspanning in het werkstuk creëert en zo de oppervlaktehardheid en vermoeiingssterkte verhoogt (zie ook shot peening en work hardening). Het oppervlak is minder opgeruwd dan bij stralen met zand of korund, maar eerder mat. Stralen met glasparels om metaal te reinigen produceert stof dat gevaarlijk is voor de gezondheid.

Emissies van poedercoating

Poedercoaten of poederlakken is een coatingproces waarbij een elektrisch geleidend materiaal wordt gecoat met poederverf. Een typisch coatingsysteem bestaat uit oppervlaktevoorbehandeling (reiniging en/of aanbrengen van een conversielaag), tussendrogen, elektrostatische coatingzone en droger. De werkstukken worden getransporteerd door een transportsysteem.

Emissies vermijden: Hal luchtcirculatie / hal ventilatie / hal luchtzuivering

Als niet-betrokken medewerkers in de fabriekshal beschermd moeten worden tegen lasrook en puntafzuiging tijdens het lassen niet praktisch is, dan zijn halventilatiesystemen zoals de CleanAirTower van KEMPER een effectief alternatief.
Puntafzuiging heeft prioriteit. Hoe dichter lasrook wordt afgevangen op de plaats waar deze ontstaat, des te groter is de kans dat alle gevaarlijke deeltjes uit de lucht in de werkplaats worden afgezogen. Als het om arbeidsveiligheid gaat, geldt daarom in metaalverwerkende bedrijven altijd: voorrang voor zogenaamde puntafzuigingssystemen. Niet voor niets schrijft de wet voor dat gevaarlijke stoffen direct bij het punt van oorsprong moeten worden afgezogen. Dit is de enige manier om een hoge afvang te garanderen van de gevaarlijke stofdeeltjes die tijdens het lassen ontstaan.

Cookieconsent met Real Cookie Banner